Ga naar inhoud

Weg met de rechte lijnen!

Hoe breng je de Drentse natuurbeleving op je terrein? Natuurcamping de Blauwe Haan is een prachtig voorbeeld. Eigenaresse Janneke van den Engel vertelt. ‘Ik ben de derde generatie op de camping. Van mijn ouders en grootouders heb ik meegekregen zuinig te zijn op wat de natuur ons biedt. Duurzaamheid is voor ons dan ook niet iets van de laatste jaren, dit hoort vanaf de start in 1962 bij onze bedrijfsvoering’.

Het is niet altijd gemakkelijk om duurzaam te ondernemen, en de ontwikkelingen gaan ook altijd door. ‘We hebben nu een eigen batterij-opslag. Het liefst willen we met de zonne-energie die we zelf opwekken en deze batterij voldoende energie hebben voor de camping. Maar mensen gebruiken veel stroom.

Veel collega’s zeggen ‘het comfort van de gast mag niet ten koste gaan van duurzame keuzes’. Wij hebben comfort ook hoog in het vaandel staan, maar toch vinden we het een uitdaging om op een goede manier toch uit te zoeken hoe het een tandje minder kan. Is het bezwaarlijk om iets meer ‘back to basic’ te gaan?’

Een grote stap die de camping aan het maken is, is een volledig nieuwe terreininrichting. Van strakke veldjes naar een natuurlijke inrichting, met inheemse beplanting en zonder rechte lijnen. ‘Een groot deel van het terrein is inmiddels zo ingericht dat de gast middenin de natuur recreëert. ‘We willen ons bedrijf laten opgaan in de natuur.

Voor de nieuwe inrichting hebben we een kleine 30 plekken moeten inleveren. Dit kan een ondernemer huiverig maken, maar wij voelen hier financieel niets van. Het is ook mooi om te zien hoe snel de natuur zich ontwikkelt, ook bijvoorbeeld in onze natuurlijke spetterplas. Als kinderen hier een salamander vinden, kunnen ze hun geluk niet op’.

Heeft Janneke tips voor collega-ondernemers? ‘Durf keuzes te maken die passen bij jouw visie. Het was bijvoorbeeld best een spannende stap om te stoppen met ons snackpunt en onze animatie. Wellicht kost dit gasten, maar het trekt weer andere gasten, gasten die zich thuis voelen bij jouw bedrijf’.